De pornopoëziebijsluiter


Het is een bekend fenomeen: de getormenteerde dichter die rond middernacht flessen wijn leegzuipt, terwijl de geur van smeulende sigaretten als een aftershave de muggen doodt. Ergens terloops worden er moeilijke meerlettergrepige woorden neergepend die quasi onverstaanbaar zijn, maar waar men wel veel waarde aan hecht.

Die dichter ben ik ook. Melancholie, gebroken harten en alcohol zijn een opstapje om grootse woorden neer te schrijven.

Ik noem een groot deel van mijn schrijfsels ‘Pornopoëzie’. Wat dat inhoudt kunt u zelf lezen maar voor mij is het een mélange van vleselijkheid, huidhonger en melancholie. U kunt er maar beter van genieten, want dat is het enige doel ervan. Hieronder vindt u een kleine selectie schrijfsels om van te genieten.

Ik wil u als laatste een korte anekdote van de Belgische dichter Herman de Coninck meegeven over het belang en de nutteloosheid van poëzie:

“Toen ik ooit lesgaf, poëzie, aan jongens die daar helemaal niet om gevraagd hadden, was de eerste vraag: moeten we dat kennen voor het examen? Nee, voor het leven, zei ik. En de tweede vraag was: waartoe dient dat dan?

Ik vond dat een erg domme vraag, en probeerde kwaadaardig te onthouden wie ze gesteld had. Poëzie dient namelijk nergens toe, en dat is op zich al een verdienste. Deze wereld wordt verpest door zijn utilitarisme, als iets niet meer meteen winstgevend is, deugt het niet. Dus leve het nutteloze. Waartoe dient een wandeling door het bos? Hoeveel is dat waard? Wat mag zo’n bos kosten? Hoeveel kost stilte?

Bij dit soort vragen denk ik altijd aan het gedicht ‘Ziekenbezoek’ van Judith Herzberg: ‘Mijn vader had een uur lang zitten zwijgen bij mijn bed. Toen hij zijn hoed had opgezet zei ik, nou, dit gesprek is makkelijk te resumeren. Nee, zei hij, nee, toch niet, je moet het maar eens proberen.’

Ik zei dus: precies de nutteloosheid van poëzie is een protest tegen al wat in deze wereld aan de orde is. Dit is een maatschappij van hebben. Poëzie hoort tot het rijk van het zijn.”


– Filosofisch neuken –

Mijn bestaan rechtvaardigt zich
door jouw penetratie in mij

Dus is het neuken een filosofische daad

Mijn ingebeelde baarmoeder
Wordt ingedeukt
De blutsen hebben springveren
waardoor mijn maagdelijkheid telkens terugkeert

Opnieuw en opnieuw

En opnieuw


– Oostende –

Al jarenlang poog ik de zilte geur
Van de zee te verstoten

Om zo nooit meer terug te hoeven keren
Naar een fenomeen dat benoemd wordt als uitzichtloos

Uit talloze mogelijkheden
Link ik de kaartjes
‘hoogtevrees’ en ‘zwemmen’
Waardoor vallen mijn nieuwste slag wordt

Wanneer ik zand tussen m’n tenen voel
Probeer ik met al mijn kracht te huilen
Om zo een strand te maken


– Mokerslag –


Als ik porno bekijk dan let ik er op of ze elkaar wel kussen
Als ze elkaar geen zoen geven
Dan is het niet echt
Dan is die vuist die de één
in de ander z’n kont ramt
geen teken van liefde
maar een geregisseerd vuil boeltje

Het liefst kom ik
wanneer de één in de ander zit
Hun voorhoofden elkaar raken
De zweetdruppels mooi scherp in beeld zijn gebracht

De – meestal twee – monden in elkaar hijgen
De één de ander zijn hoofd vast heeft
– opengesperde vingers
En wanneer die bovenop ook komt
en een gezicht trekt
dat tussen doodgaan, pijn en verdriet ligt

Het liefst kom ik dan
Op dat moment is de mokerslag van ik alleen met een natte onderbuik des te groter